Mensen met hoge intravesicale druk en een verminderde blaasfunctie lopen meer kans op urineweginfecties dan zij met een lage intravesicale druk en een blaas met hoge capaciteit die regelmatig met zelfkatheterisatie wordt geleegd.¹

Wat is een verklaring voor de blaasproblemen van patiënten?

In het geval van ruggenmergletsel leidt de verstoring van de normale somatische en autonome neurologische controle van de blaas tot blaasstoornis.²

Als letsel heeft plaatsgevonden in het suprasacrale gebied, dan kan er na de acute fase een mictiereflex ontstaan die blaasoveractiviteit veroorzaakt. Soms kunnen ook ineffectieve blaaslediging en  en hoge restvolumes  na lediging optreden.²

Laesies in het lumbosacrale gebied kunnen leiden tot inefficiëntie van de blaas met overvulling en een onvermogen om te legen.²

Veel neurogene patiënten hebben een verstoorde blaasfunctie. Het komt vaak voor bij MS. Als de ziekteduur langer is dan 10 jaar heeft tot 80% van de MS-patiënten last van blaasproblemen.²

Waarom is een verminderde blaasfunctie een probleem?

De mate van de verminderde blaasfunctie, beoordeeld d.m.v. een urodynamische onderzoek, schijnt overeen te komen met toegenomen incidentie van urineweginfectie.³

Wat weten we op basis van het bewijs?

• In een retrospectief onderzoek hielden een verminderde blaasfunctie, overactiviteit van de blaas en terugstroom van urine, verband met een verhoogde incidentie van urineweginfectie bij 76 patiënten met spina bifida die zelfkatheterisatie toepasten.³
• Een recent retrospectief onderzoek met 194 kinderen met spina bifida kon een verband niet bevestigen.⁴
• Ervaring uit de klinische praktijk ondersteunt een verband tussen urineweginfecties en een verminderde blaasfunctie.⁵
• Een verminderde doorstroming van bloed die leidt tot ischemie van de blaas kan leiden tot urineweginfecties. Dit gebeurt in verband met een verhoogde druk in de blaas en bovenmatige uitrekking als gevolg van grote volumes urine.⁶
• Een 7 jaar durend prospectief onderzoek toonde aan dat een gemiddeld volume bij elke katheterisatie van >400 ml verband houdt met urineweginfecties.⁷